Het vraagt morele moed om bestaande normen ter discussie te stellen, en moreel leiderschap om ook de vanzelfsprekendheid van alledaagse handelingen opnieuw te bezien. Ruttes oproep om niet meer handen te schudden is een mooi voorbeeld. Er is geen juridische basis voor: er zullen bij overtreding geen boetes worden uitgedeeld, en Rutte zelf toonde meteen hoe lastig het is zo’n vaste gewoonte te doorbreken. Dat die oproep alweer zo lang geleden lijkt, laat de kracht zien van dit soort informele afspraken. Het is snel een vanzelfsprekende nieuwe norm geworden, waar iedereen elkaar aan herinnert, en zich zonder morren aan houdt. En dat is bijzonder.