SCOOP Opiniestuk naar aanleiding van de Brexit
Samenwerken in Europa
Het Brexit referendum heeft een nieuw tijdperk ingeluid. Al jaren werd gemopperd over Europese politiek en regelgeving. Maar niet eerder werd serieus gedacht dat staten de Unie zouden willen verlaten.
Voor het eerst is duidelijk geworden dat de samenwerking in de Europese Unie niet vanzelfsprekend is, als landen zich eenmaal hebben aangesloten. Onvermijdelijk roept het de vraag op of dit het begin van het einde is. Hoe sterk zijn de banden in de EU nu eigenlijk? Zullen andere landen zich ook van de EU afscheiden?
Goede onderlinge contacten en vrij handels- en personenverkeer zijn van levensbelang voor landen in de EU. Zelfs nu hopen Britse politici dat in elk geval vrije toegang tot de Europese markt behouden kan worden. Dit is ook wat nieuwe staten tot het EU lidmaatschap aantrekt. Men denkt zo meer economische welvaart te bereiken.
Het politieke debat weerspiegelt dit. De veronderstelde motieven van landen en burgers zijn vooral economisch van aard. Wat kost de EU ons, en wat levert het op? Dat is lang niet altijd een bruikbare aanpak. De EU en de samenwerking met andere landen stelt ons ook voor meer fundamentele keuzes. Wat voor soort land willen we zijn? Over welke zaken willen we zelf kunnen beslissen? Waar staan we als Europa voor? Wat verbindt ons?
Het is niet gemakkelijk het eens te worden over dit soort fundamentele keuzes. Psychologisch onderzoek laat zien waarom. Veranderingen in hartslag, bloeddruk, hormoonspiegels, en hersenactiviteit maken duidelijk dat mensen letterlijk ‘warm lopen’ voor idealen die zij belangrijk vinden. Maar net zo goed krijgen ze het benauwd van de gedachte dat niet iedereen die idealen met hen deelt. Ook al ontkennen ze in opiniepeilingen dat dit zo is. Tegengestelde visies op waar het naartoe moet, roepen verhitte discussies op. Ze lijken onoplosbaar omdat er niet te marchanderen valt met idealen.
Vandaar dat velen – ook politici – het inhoudelijke debat uit de weg gaan. Pogingen om steun te winnen spelen met name in op verondersteld eigenbelang, omdat wordt aangenomen dat men het daar in elk geval over eens is.
Met haar ‘Wir schaffen das’ liet Bondskanselier Angela Merkel zien dat niet alle politieke vraagstukken op die manier oplosbaar zijn. Soms moet je een keuze maken, op menselijke of principiële gronden, protesten weerstaan, en vervolgens uitzoeken hoe je het kunt regelen.
Wie het alleen over kosten-baten analyses heeft depolitiseert de politiek en vervangt idealen door technocratie. Geen wonder dat mensen zich dan niet begrepen voelen. Maar lukt het een gezamenlijk beeld te vinden van wat hen verbindt, dan zijn ze bereid elkaar te steunen in voor- en tegenspoed. Ook dat is iets wat keer op keer uit sociaal-wetenschappelijke studies naar voren komt.
Hieruit kunnen we twee belangrijke lessen leren:
- Kapitaliseer niet op verondersteld eigenbelang. Tijdelijke fluctuaties in zichtbare voordelen van de samenwerking kunnen een bom leggen onder het gehele systeem.
- Bouw aan een gezamenlijke identiteit en formuleer gedeelde waarden. Dit is onmisbaar om een samenwerking in stand te houden onder wisselende omstandigheden.
Hoe doen we dat? Bijvoorbeeld door institutionele hervorming. De Europese instituties worden bijna geheel langs nationale lijnen gevormd. Dat bevestigt de suggestie dat het in Europa vooral gaat om nationale belangenbehartiging. Een Europese in plaats van een nationale kieslijst bij verkiezingen van het Europees Parlement zou al veel verschil maken. Maar ook een verkleining van de Europese Commissie zou de indruk van een belangenarena wegnemen. Voorstellen als deze zijn niet nieuw, maar de huidige crisis biedt wellicht de mogelijkheid hierin eindelijk vooruitgang te boeken.
Andere maatregelen zijn gemakkelijker te realiseren en kunnen sneller leiden tot versterking van de Europese gemeenschap. Organiseer een Europese inburgeringscursus in plaats van een nationale. Stimuleer het hebben van een tweede Europese nationaliteit. Bevorder kennis van Europa en onderling begrip door het succesvolle stelsel van Erasmus-uitwisselingsbeurzen voor studenten uit te breiden naar andere doelgroepen.
Duurzame samenwerking was het oorspronkelijke doel van de EU. Pogingen om dit te bereiken hebben alleen kans van slagen als het politici, beleidsmakers en burgers lukt hun eigenbelang te overstijgen.
Hoogleraren Naomi Ellemers (psycholoog), Martin van Hees (filosoof), Russell Spears (psycholoog), Bas van Bavel (historicus), Tanja van der Lippe (socioloog) en Rafael Wittek (socioloog) onderzoeken in het SCOOP consortium (www.scoop-program.org) welke kenmerken samenwerkingsverbanden duurzaam maken